Geschiedenis

Hattem Schilderachtige Hanzestad

  • Leestijd 4 minuten
  • 7034 x bekeken

Toen Amsterdam en Rotterdam in de Middeleeuwen nog kleine dorpjes waren, hadden de Hanzesteden in het oosten van Nederland zich al ontwikkeld tot machtige handelscentra. Het economische hart van Nederland klopte aan de rivier de IJssel, de Zuiderzee en het achterland. In de Hanzesteden heerste in deze eeuwen volop bedrijvigheid en de economie bloeide als nooit tevoren.

De kleine nederzettingen groeiden uit tot machtige steden met imponerende stadsmuren en poorten. Dat het goed ging met de steden zag je aan de imposante bouwwerken, sierlijke koopmanshuizen en indrukwekkende handelskantoren. Het zorgde ook voor een bloeiperiode op artistiek gebied. Schilders, bouwmeesters, dichters en filosofen kwamen naar de steden. Hattem is al eeuwen een inspiratiebron voor kunstschilders. Dat is niet zo verwonderlijk: de stad is niet alleen ‘fotogeniek’, het ligt ook nog eens in een prachtige omgeving met bos en water op steenworp afstand. De ligging aan de IJssel zorgt ervoor dat Hattem vrij zicht heeft op de beroemde Hollandse luchten.

Begin van de Hanze Het begin van de Hanze was rond 1150. Toen rondreizende groepen Duitse kooplieden deel gingen nemen in de handel op de Oostzee. Deze groepen werden ‘Hansa’ genoemd: groep, of groep vreemde kooplieden. Het doel was ver van huis vrij en rustig te kunnen handelen.

Hanzenetwerk wordt stedenverbond
Het Hanzenetwerk van kooplieden kon door het bundelen van belangen gunstige privileges verwerven. Bovendien werden de koopmannen beschermd tegen de overheersende leenheren. Uitwisseling van kennis en informatie was een belangrijke bijkomstigheid. Het eerste stedenverbond werd getekend in 1265 tussen Lübeck en Rostock. In 1294 sloot Zwolle zich als eerste Nederlandse stad aan. Het Hanzeverbond had leden in Duitsland en Nederland maar ook in Scandinavië, Polen, Vlaanderen, tot in Spanje en Portugal toe. De taal vormde geen groot probleem; overal kon men met Nederduits uit de voeten.

Handel over water
Belangrijke handelsroutes liepen van de Oostzee naar West Europa en van Italië naar Noorwegen langs Keulen en de IJssel. Het vervoer ging grotendeels over zee met de eerste vrachtschepen van de Middeleeuwen; de Kogges. De handel bestond uit voornamelijk uit zout, vis, granen, hout, bier, wijn, laken, bijenwas en pelzen.

Principaal- en bijsteden
Aan het hoofd van de Hanze stond de stad Lübeck. Daar werden ook de Hanzevergaderingen gehouden. Er waren zo’n zeventig principaalsteden, die op de vergaderingen kwamen. Daarnaast waren er bijsteden, die wel de privileges van de Hanze genoten, maar niet stemhebbend waren op de vergaderingen. Zij werden vertegenwoordigd door hun principaalstad. Hattem was met Wageningen een bijstad van principaalstad Arnhem. Dat had te maken met het feit dat Hattem en Wageningen hetzelfde stadsrecht kregen als Arnhem.

De rol van Hattem in de Hanze
Bewijs van de rol van Hattem in de Hanze is in de archieven moeilijk terug te vinden. Dat kon ook niet worden verwacht. Hattem is niet te vergelijken met handelssteden als Kampen, Zwolle en Deventer. Hattemse kooplieden worden slechts tweemaal vermeld in het gemeentearchief: in 1306 en in 1485. Nog in 1615 betaalde Hattem een aandeel in de kosten van een afvaardiging naar Lübeck. Daarna is geen informatie over ons lidmaatschap meer te vinden.

Bakstenen
Wat had Hattem de kooplieden van de Hanze te bieden? Eén speculatieve mogelijkheid is er: baksteen uit Hattem werd door schippers meegenomen als noodzakelijke ballast. Baksteen was praktischer dan zand, want dat had tenminste nog waarde. Dat er veel steen uit Hattem verhandeld werd over het water blijkt uit vele bronnen.

Haven en stegen naar de Markt
Hattem had een paar aanlegsteigers aan de waterkant, die als ‘haven’ dienden. Er was destijds waarschijnlijk langs de Schipperswal een muur die aansloot op de Dijkpoort. In die muur zaten ingangen tegenover de 1e Steeg en 2e Steeg; de kortste weg naar de Markt. In veel andere Hanzesteden zie je ook tussen de haven en de markt meer stegen dan elders in de stad.

Stadhuis en Dikke Tinne
Welke gebouwen exact te linken zijn aan de Hanzetijd is niet zeker. We denken dat het in 1533 in gebruik genomen stadhuis (eerst dependance van het heilige Geest gasthuis) zijn verfraaiingen te danken heeft aan Hanze welvaart. Het lijkt ook zeer waarschijnlijk dat de hertogen van Gelre tussen 1400 en 1528 met veel Hanzesteden in hun gebied ook veel Hanzegeld opstreken. Daar zouden ze het slot Dikke Tinne van hebben uitgebouwd en versterkt. Net als de verdedigingstoren en drie hoofdpoorten van de stad, met zware bastions en dubbele poorten.

Einde van de Hanzeperiode
In de praktijk heeft de tachtigjarige oorlog het einde betekend voor de relatie van Nederlandse steden met de Hanze. Met ook voor Hattem het absolute dieptepunt in het rampjaar 1672. Hierna vervalt Hattem in grote armoede

Streekarchivaris Gerrit Kouwen schreef een uitgebreider verhaal over de Hanze en Hattem. Lees het op de website van het streekarchief: Hattem en de Hanze